Prince George & Prince Rupert

Prince George wordt ook wel Gateway to the North genoemd. Wij reden hier vandaan inderdaad verder naar het noorden, tot aan Prince Rupert, aan de Stille Oceaan. 

Prince George werd door de First Nations al “samenvloeiing van wegen” genoemd, omdat hier de Nechako River en de Fraser River samenkomen. Ook nu is die naam toepasselijk, want de autowegen van oost naar west en van noord naar zuid komen hier samen. Als stad stelt het verder niet veel voor.

IMG_4012

Mr. PG, de mascotte van Prince George

Vanwege de bosbranden hadden wij onze route moeten verleggen, en hebben daardoor noodgedwongen een dag (zondag 16/7) in Prince George doorgebracht. We hebben er het beste van gemaakt, door  te wandelen in parken in en om de stad, o.a. in het Cottonwood Tree Park. Cottonwood is heel geschikt voor houtsnijwerk. Een lokale kunstenaar heeft in bomen in het park kleine houtsnijwerkjes gemaakt; in de buitenste bast, dus dat tast de groei van de bomen verder niet aan. Het werd voor ons een soort speurtocht: we vonden 18 kunstwerkjes.

Ook zagen we nog een muildier-hert en diverse vogels.

Maandag (17/7) reden we volgens planning naar Smithers.
De autoweg, nog steeds de Yellowhead Highway, loopt hier langs de spoorlijn en langs verschillende rivieren. Toen de Canadian Pacific Railway van oost naar west was aangelegd, kwamen er meer verzoeken om met het spoor verbonden te worden. De Grand Trunk Railway heeft toen een lijn aangelegd van Winnipig (in het centrum van het land) naar Prince Rupert (in het noordwesten aan de kust). Die spoorlijn was er eerder dan de weg. In Prince George kwam een station en in Prince Rupert kwam een station, maar de afstand tussen die plaatsen (800 km) was te lang om in één keer af te leggen. Precies in het midden kwam daarom een halte. Zoals wel vaker, kreeg het plaatsje dat er bij werd aangelegd de naam van een bobo van de spoorwegmaatschappij. In dit geval werd het Smithers, naar mijnheer Smithers. Over dit plaatsje valt verder alleen te melden dat er in de jaren 50 vooral Zwitserse en Nederlandse immigranten terecht zijn gekomen. Dé attractie van het stadje is Zwitsers: een houten Alpenhoornblazer. Nederlands hebben we alleen gezien in de naam van bakker: Schimmels. Dat vonden we nou weer niet een aanbeveling.

Op weg naar Smithers maakten we een uitstapje naar Fort St. James, een voormalige handelspost uit de tijd van de bonthandel. Een aantal huizen is gerestaureerd en opnieuw ingericht zoals ze er in 1896 hebben uitgezien. In kleding uit die tijd gestoken gidsen vertelden boeiende verhalen over hoe het er toen aan toeging.

De laatste etappe (dinsdag 18/7) naar de kust stond vooral in het teken van de First Nations. We kwamen langs dorpjes met totempalen, maakten uitstapjes naar afgelegen Indianendorpjes. Tijdens een lunchstop bij een kerkje, zagen we opeens een zwarte beer de weg oversteken. Bij een latere stop op een uitzichtpunt, hadden we uitzicht op een prachtige bald eagle die bovenin een boom zat. Voor het maken van een foto was het fijn dat hij daar stil zat, maar we hadden hem ook graag zien vliegen, om de spanwijdte van zijn vleugels goed te kunnen zien.

In Prince Rupert, net als Prince George en vele andere steden in Canada, genoemd naar een Britse prins, hadden we een dag (woensdag 19/7) over omdat de ferry-oversteek naar Vancouver Island om de dag gaat.
Prince Rupert had een tweede Vancouver moeten worden. Dat was tenminste de droom van meneer Hays, baas van de Grand Trunk Railway. Hij ging naar Engeland om daarvoor financiers te vinden. Hij reisde terug naar Canada met de Titanic …


Nadat de mist was opgetrokken, werd het prachtig weer. We reden naar de 25 km verderop gelegen voormalige North Pacific Cannery. Zalm uit de oceaan zwemt hier via een inham naar de Skeena River. Aan deze inham lagen ooit meerdere cannery’s: zalmvisserijen die de gevangen zalm direct bewerkten en inblikten. De North Pacific Cannery won de wedstrijd om als museum voort te bestaan. De houten gebouwen van de fabriek staan op palen in het water, zodat de zalm direct uit de boot verwerkt kon worden. We kregen een rondleiding over het productieproces en over de verschillende groepen werknemers (Chinezen, Japanners, First Nations en Europeanen), die ter plekke woonden in  gesegregeerde verblijven en ook in eigen shifts werkten. We hebben al veel bijzonders gezien, en dit was ook weer heel interessant.

Donderdag (20/7) stonden we om half 6 al bij de incheckbalie voor de ferry naar Vancouver Island. Over die oversteek volgende keer.

2 gedachtes over “Prince George & Prince Rupert

  1. Hallo Marion en Petra,
    De wilde dieren blijven jullie wel achtervolgen. Bij dit episode toch weer een beer en een paar herten. Dat moet toch steeds iets bijzonders zijn. Leuk om zo’n productieproces van dichtbij te kunnen bekijken maar je moet wel je talen kennen.
    Veel plezier met de overtocht naar Vancouver Island.
    Groeten,
    AD

    Like

  2. Weer achterstand een stukje ingehaald
    Ik ga voor het houtsnjjwerk
    Het park word een.museum
    Het lijkt mij.prachtig.
    Marion en.
    Petra wanneer komt jullie boek uit ?

    Like

Plaats een reactie