Na Calgary werd het landschap echt vlak. Uitgestrekte landbouwgronden, af en toe een boerderijtje, kaarsrechte wegen. Het klinkt saai, maar wij vonden het fascinerend. Nog bijzonderder dan de eindeloze prairies zijn de (Alberta) Badlands.
De Badlands is een heel bijzonder landschap. Het gaat om kale stenige heuvels, vaak in ravijnen en canyons, die tevoorschijn zijn gekomen toen het ijs van de laatste ijstijd zo’n 15.000 jaar geleden verdween. De ondergrond is klei en zand(steen) en door erosie zijn de verschillende aardlagen, die miljoenen jaren geleden zijn gevormd, heel mooi in de rotsen zichtbaar geworden.
De naam Badlands komt van de eerste (Franse) pioniers: omdat het land was waar je moeilijk doorheen kon komen, noemden zij het “mauvaises terres pour traverser”.
Het eerste voorbeeld van Badlands kwamen we vrijdag (23/6) tegen: Horseshoe Canyon. We hadden gelezen dat het een bezienswaardigheid was, maar we wisten verder niet goed wat we konden verwachten. Aangezien het toch op onze route lag, namen we een kijkje. In het vlakke, groene land was er opeens een enorme kuil, met kale gestreepte heuvels en steile wanden rondom. Echt héél apart.
Toen we vervolgens verder reden richting Drumheller, onze bestemming van die dag, zagen we in de verte opnieuw van die rotsheuvels opdoemen. En toen ging de weg opeens naar beneden, en reden we een rivierdal in. Door dit dal stroomt de Red Deer River, het overblijfsel van de gletsjer die ooit dit dal vormde. Het dal is veel breder dan de rivier, en heeft aan weerszijden weer van die vreemde rotsen.
We reden vanuit Drumheller een toeristische route langs de noordoever van de rivier, naar het uitzichtpunt op de Horsethief Canyon. Deze canyon heeft zijn naam gekregen in de tijd van de eerste kolonisten, toen hier veel vee werd gedreven. Volgens de verhalen “verdwenen” er vaak paarden in deze canyon, om dan een poos later weer op te duiken met een ander brandmerk.
We kwamen langs the Little Church (gebouwd voor 10.000 gelovigen, maar er kunnen precies 6 mensen tegelijk in),
via een kabelpontje de rivier over (dat pontje vaart er al sinds 1913), en langs de zuidoever weer terug.
We bezochten het Royal Tyrrell Museum of Paleontology, een van de belangrijkste dinosauriërmusea ter wereld. Het museum is genoemd naar de geoloog Tyrrell, die hier in 1884 het eerste fossiel van een dinosauriër vond, terwijl hij eigenlijk op zoek was naar steenkool. De door hem gevonden dinosaurus-soort werd Albertosaurus genoemd, een oudere neef van de bekende Tyrannosaurus Rex. Na deze eerste vondst zijn er in deze buurt nog heel veel dinosaurus-resten gevonden.
Het plaatsje Drumheller noemt zichzelf daarom Dinosaur Capital, en je kunt er niet omheen: dinosaurus-versiering op de straatlantaarns, dinosaurus-standbeelden op iedere hoek van de straat én, niet te missen, het grootste dinosaurusbeeld ter wereld. Met zijn 26m is hij een stuk groter dan een echte T-Rex! Zijn kop steekt boven de huizen uit en is al van verre te zien.
Zaterdag (24/6) maakten we een historische tour. Eerst langs de Suspension Bridge in Rosedale (ooit gebouwd om de mijnwerkers snel aan de andere kant van de rivier te laten komen).
Daarna een bezoekje aan de Hoodoo’s, een bijzonder natuurverschijnsel: zacht gesteente, waar hard gesteente bovenop ligt. Door erosie verdwijnt het zachte gesteente, behalve waar het hardere gesteente als een soort hoedje voor bescherming zorgt.
Vervolgens naar de Atlas Coal Mine. Deze kolenmijn (een van de 139 kolenmijnen in deze vallei) heeft tot 1979 gefunctioneerd, en is tegenwoordig als museum te bezoeken in de staat waarin hij in 1979 werd achtergelaten: oude gebouwen (zoals een tipple) en materialen, auto’s, treinwagonnetjes.
Daarna een heel eind rijden, over die eindeloze lange rechte wegen naar het Dinosaur Provincial Park. Hier zijn ontzettend veel dinosaurus-botten gevonden. 75 Miljoen jaar geleden leefden hier dinosaurussen. Er is toen iets gebeurd, men weet niet wat, waardoor heel veel dinosaurussen bij elkaar zijn verongelukt, verdronken. Vervolgens in korte tijd bedekt door rivierslib, modder, en daardoor redelijk goed bewaard. Door erosie en regen, spoelen modder en stenen langzaam weg, waardoor vanzelf botten weer boven komen. Een goudmijn voor paleontologen. De dinosaurus-vondsten worden in musea over de hele wereld tentoongesteld, en ook vandaag de dag worden er nog nieuwe vondsten gedaan in een deel van het Park waar publiek niet in mag. In het deel dat wél open is, hebben we een paar korte wandelingen gemaakt. Heel bijzonder om daar te lopen, in de wetenschap dat onder je voeten nog meer dinosaurus-resten liggen.
Op de lange terugweg maakten we nog een kleine omweg langs het Aquaduct bij Brooks
en we sloten de dag af in Wayne, een inmiddels zo goed als verlaten Wild West-dorp. Je komt er door 11 bruggen over te steken en dan eindig je bij de Last Chance Saloon. Hoe het daar is, dat valt niet te beschrijven, daar moet je echt zelf een keer naar toe gaan.
Lang verhaal. We hebben ook wel erg veel gezien hier deze 2 dagen. Het was zeer de moeite waard om naar dit minder door toeristen bezochte gebied te gaan.
Hallo Marion en Petra,
Wat een groot verschil van natuurlijke omgeving maken jullie nu mee. De foto’s laten een totaal anders beeld zien maar wel mooi. Leuk zo’n heel klein kerkje maar ik denk zeker dat het goed bezocht zal worden. Mooie collectie van dinosaurussen hebben ze daar, hele echte en een paar leuke “alternatieven”.
Groeten,
AD
LikeLike
Coool! Die dinosaurussen! Wat een gaaf landschap!
LikeLike