We zitten nog steeds in de provincie Québec. Dit verhaal gaat met name over ons bezoek aan de stad Québec. 

Zaterdag (20/5) verlieten we het vlakke land rondom het Lac Saint-Jean en reden zuidwaarts over een prachtige weg door het natuurgebied van de Laurentides: bergen, bossen en meren.

We bezochten het Parc de la Jacques Cartier. De parken in Québec vallen niet onder het beheer van Parks Canada. Dus we moesten gewoon betalen en er waren geen rode stoelen. De natuur was prachtig en we maakten 2 hele mooie wandelingen.

Daarna reden we door naar Québec. We verbleven in een prachtige B&B, boven een hele mooie authentieke épicerie uit 1871, de oudste kruidenierszaak van Noord-Amerika. De B&B zelf was ook helemaal in stijl ingericht.

Zondag (21/5) vierden we onze verjaardagen, zoals te doen gebruikelijk met een uitgebreid ontbijt. We hebben al heel wat bijzondere ontbijten gehad op onze reis, maar deze spande toch echt wel de kroon. Het bestond uit 3 gangen. Bij elke gang vertelde onze gastheer uitvoerig waar het allemaal uit bestond en waar de producten vandaan kwamen. We hadden met hem trouwens sowieso leuke gesprekken over o.a. de geschiedenis van Canada en Québec.

Québec is namelijk een hele bijzondere stad. Het is de oudste stad van Canada, gesticht in 1608 door Samuel de Champlain. Vandaar dat in de stad ook heel veel gebouwen de eerste of oudste van het land zijn. Het is de enige ommuurde stad van Noord-Amerika.
Wij vonden heel bijzonder dat Québec heel erg lijkt op een (oude) Europese stad, vooral in de benedenstad. Er is veel bewaard gebleven van de oorspronkelijke (Franse) sfeer.
We hebben gewandeld over de stadsmuren, langs de eerste stenen kerk, het oudste parlementsgebouw, het eerste ursulinenklooster, de eerste Anglicaanse kathedraal buiten de UK, het smalste straatje van Noord-Amerika, en niet te vergeten het Château Frontenac. Dit is het meest gefotografeerde hotel ter wereld en domineert de skyline van de stad.

Porte Saint-Jean

Porte Saint-Louis

Parlementsgebouw

Fontaine Tourny (uit Bordeaux)

Fresque du Petit-Champlain

Fresque des Québécois

Château Frontenac

Op advies van onze B&B-gastheer bezochten we het Musée du Fort, met een 50 jaar oude licht- en geluidshow over de beslissende veldslag tussen de Fransen en de Britten in 1759. Deze veldslag vond plaats op de velden net buiten de stad. De Britten wonnen en dit betekende feitelijk het einde van de Franse zeggenschap in Canada.

Maandag (22/5) was het Victoria Day. Dit is een nationale feestdag, waarop van oudsher de verjaardag van de Britse koningin Victoria wordt gevierd. In (de provincie) Québec wordt Victoria Day niet gevierd. Zij noemen deze dag Patriot’s Day (Journée nationale des patriotes) en herdenken de opstand van Québec tegen de Britten in 1837.
Wij verlieten de stad en reden een stukje over het Île d’Orléans, een heel mooi eiland in de Saint Lawrence-rivier met landbouw en wijngaarden. Daarna gingen we naar de Chute Montmorency, een grote waterval van 83m, die je via een hangbrug kunt oversteken. Erg toeristisch, maar wel leuk.

Daarna reden we door naar Mont Tremblant. Dat verhaal komt de volgende keer.