Toen we maandag (29/5) eind van de middag naar Toronto terugreden, kwamen we daar in enorme verkeersdrukte terecht. Dat waren we niet meer gewend. Het hotel leek zo dichtbij, maar het duurde voor ons gevoel uren voor we er waren. 

De volgende ochtend (dinsdag 30/5) stortten wij ons weer met de auto in de verkeersdrukte, op zoek naar de plek waar we onze auto moesten inleveren. We wisten niet meer precies welke parkeergarage we moesten hebben. Pas de derde parkeergarage waar we in reden, bleek de juiste te zijn. Het was een stressvol uurtje.

De rest van de dag hingen we in Toronto nog een keer de toerist uit. We maakten een rondvaarttocht langs de Toronto Islands in Lake Ontario. Vanaf het water hadden we mooie uitzichten op de skyline van Toronto. De eilanden zelf waren overigens “gesloten” vanwege de hoge waterstand.

Het was heel mooi weer, dus we hebben koffie en later ook lunch lekker buiten kunnen doen (zonder muggetjes!). We deden een selfguided tour door de City Hall, een architectonisch hoogstandje in de tijd dat het gebouwd werd (jaren 60). Als je er nu naar kijkt, vind je het vooral veel beton. Van buiten deed het ons denken aan het Evoluon.

Voor nog wat cultuur bezochten we de Art Gallery van Ontario.

 

Deze dag vormde de afsluiting van onze reis door het oosten van Canada. We hebben ruim 10.000 km gereden, door 6 provincies, 3 seizoenen, een tiental natuurparken en langs héél veel historische sites. We verbleven in 28 verschillende accommodaties. De natuur was, net als het weer, heel gevarieerd. We hadden leuke gesprekken met de (Canadese) mensen die wij ontmoetten en ze waren heel geïnteresseerd en vriendelijk.

Dinsdagavond stapten we in de trein op weg naar het westen.